De vanzelfsprekendheid van klimaatadaptatie
Dossier klimaatadaptatie
Tekst: Madeleen Helmer
Gevolgen van het veranderende klimaat zijn niet meer te voorkomen en zullen de komende decennia nog toenemen. Daarom zijn landen naast grote maatregelen om de CO2 uitstoot te beperken in de energietransitie, nu ook begonnen met aanpassingen aan klimaatverandering: klimaatadaptatie. Veel oplossingen in de woonomgeving liggen erg voor de hand. En bieden niet eens een onaantrekkelijk perspectief.
Het werkt vervreemdend als de waarschuwingen die klimaatwetenschappers al dertig jaar de wereld insturen nieuwsberichten worden: de ongekende neerslag in korte tijd in Zuid Limburg, de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel; de hittegolven in Canada en Amerika waar het laatste hitterecord met maar liefst 5 graden is gebroken; de bosbranden in Siberië; de droogte in Madagascar die ruim een miljoen mensen de hongersnood injaagt. En op zoveel meer plaatsen die bij ons het nieuws niet halen, werkt het veranderende weer ontwrichtend.
Klimaatadaptatie begint met kennis over de plaatsen en situaties waar het veranderende klimaat gevolgen kan hebben. De Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) die Nederland sinds 2016 heeft, heeft meer dan 100 risico’s geïdentificeerd. Alle gemeenten hebben inmiddels stresstesten gedaan waarmee ze de risico’s binnen hun gemeentelijke grenzen in beeld proberen te krijgen. Daarna zijn risicodialogen met maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven begonnen om te komen tot maatregelen en afspraken om die risico’s te beperken. Steeds meer gemeenten zoeken het klimaatgesprek met woningcorporaties.
De agenda van de woningcorporaties is overvol. Met beperkte financiële middelen staan ze aan de lat om veel nieuwe woningen te bouwen, bij te dragen aan de energietransitie en een deel van het woonbestand te verhuren aan de meest kwetsbaren in onze samenleving, met alle zorg die daarbij komt. Klimaatadaptatie komt daar dan nog bij.
Woningcorporaties staan als sector nog aan het begin om de gevolgen van klimaatverandering voor de sector te begrijpen. Er is landelijk nog geen beleid.
De Groene Huisvesters, een samenwerking tussen corporaties, het ministerie van BZK, VNG, de Woonbond en Aedes om de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad te versnellen, zet zich in om hier verandering in te brengen. Uit een hitte enquête die de Groene Huisvesters in 2020 organiseerde, gaven negen op de tien woningcorporaties aan te weinig kennis te hebben. Wel zijn sinds 1 juli 2021 nieuwe eisen gesteld aan nieuwbouw, die klimaatgevolgen, zoals hitte, meenemen. Maar de meeste woningen staan er al.
Doorzonwoningen
Nederlanders houden van de zon. Dat is goed terug te zien in de naoorlogse woningbouw. We noemen die niet voor niets doorzonwoningen. Bij veel recent gebouwde woningen gaat het raam zelfs tot aan de vloer. Als de zon gaat branden, warmen de woningen op en kunnen daardoor probleem ontstaan. Steeds vaker ontvangen woningcorporaties dan klachten van bewoners. Opvallend genoeg ook van bewoners van nieuwe, goed geïsoleerde woningen. De isolatie houdt de hitte mogelijk wat langer buiten, maar op een gegeven moment slaat het om en komt de hitte de woning niet meer uit.
Er zijn verschillende hitteadaptatie mogelijkheden om de steeds vaker voorkomende hitte op te vangen. Zoals ventileren en buitenzonwering. In de eerder genoemde enquête gaf slechts zeven procent van de woningcorporaties aan zonwering te hebben aangebracht op hun vastgoed. Het is uiteraard een kostenpost, maar kan wel enkele graden opwarming in de woning schelen.
Last maar wel least is de aanschaf van een airco. Steeds meer mensen grijpen naar dit apparaat. De afgelopen twee zomers waren ze niet aan te slepen. Het is zeer effectief voor koelte, maar heeft een hoog energiegebruik en de koelmiddelen zijn meestal agressieve broeikasgassen. Als hulpmiddel voor mensen die extra kwetsbaar zijn voor hitte en geen andere koelingsmogelijkheden hebben, is de airco uiteraard wel een nuttige oplossing.
Een maatregel van een heel andere aard is de groene gevel: de wingerd, blauwe regen, druiven of andere gevelplanten kunnen bij hitte zorgen voor vijf tot zeven graden lagere temperaturen in de woning, zo blijkt uit onderzoek. Dit is een onderbelichte adaptatiemogelijkheid. Je ziet het nog betrekkelijk weinig.
Koelvesten
Als hitte in de woning niet te voorkomen is, is het adaptatiegedrag van de bewoners van groot belang. Een ventilator met een fles met bevroren water dicht bij de plaats waar de bewoner zit of werkt, scheelt enorm in de gevoelstemperatuur. Uiteindelijk gaat het erom dat bewoners niet ziek worden van de hitte. Het nationaal hitteplan geeft duidelijke adviezen: drink voldoende, draag lichte kleding en probeer je lichaam zo koel mogelijk te houden. Vooral de voeten en handen regelmatig koel houden of een handdoek met een icepack in de nek leggen. Koelvesten waren tot voor kort vooral in beeld bij topsporters, maar worden door steeds meer mensen aangeschaft.
En als het binnen echt niet uit te houden is, kun je dan buiten de woning een koele plek vinden? Uit een recent Hitte Belevingsonderzoek van adviesbureau TAUW en andere partijen onder woningcorporaties en gemeenten blijkt dat driekwart van de bewoners in de zomer van 2020 last had van hitte in de woning. Is er dan buiten verkoeling te vinden? Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zou iedereen maximaal 300 meter van een aangename, koele, groene plek moeten wonen. Niet alleen vanwege de hitte, maar omdat het altijd gezond is om dagelijks een tijdje in een groene omgeving te verblijven. Die richtlijn nemen steeds meer gemeenten over. Maar wat blijkt: de armste wijken zijn meestal ook de warmste wijken. Er is te weinig groen of van lage kwaliteit. Een grasveldje met een paar kleine boompjes en wat struiken: ‘schaamgroen’ wordt het al genoemd.
Tegels eruit, groen erin
Niet alleen vanwege de hitte is de buitenruimte van belang. Bij elke hoosbui benadrukt de Deltacommissaris, die leiding geeft aan de uitvoering van het nationaal Deltaprogramma, opnieuw de gevolgen van de verstening: het water kan niet weg met overstromingen tot gevolg. En elke druppel die niet in het riool terecht komt maar rechtstreeks de bodem in gaat, helpt ook tegen de droogte. Kortom tegels eruit, groen erin.
Steeds meer gemeenten en buurtinitiatieven pakken dit op. Buurttuinen, pluktuinen, geveltuinen, stadslandbouw, Tiny forests (kleine bossen), het groeit en bloeit welig. En niet alleen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Maar ook omdat het gezond is om buiten te bewegen, goed is voor vogels en bijen, gezelliger is dan eenzaam thuis te zitten. Het weer wordt extremer, het wordt heter, natter en droger. Maar veel oplossingen liggen ook erg voor de hand. Een groenere en gezonde leefomgeving waarin mensen bij een crisis zoals hitte of een hoosbui naar elkaar omkijken. Dat is geen onaantrekkelijk perspectief.
Madeleen Helmer is projectleider hitteadaptatie bij het Klimaatverbond Nederland (klimaatverbond.nl)