De urgente belofte van biobased bouwen

 

De urgente belofte van biobased bouwen

 

Biobased bouwmaterialen: er komen steeds meer mooie voorbeelden. Biobeton met olifantsgras als toeslagmateriaal. Bioasfalt met lignine als toeslagmateriaal. Biobased isolatiematerialen van cellulose, houtvezel, vlas of vezelhennep, als alternatief voor CO2-intensieve traditionele minerale wol. Of stro en kalkhennep als constructiemateriaal in de woningbouw. Maar het aandeel biobased in de bouw is nog laag. Er is versnelling nodig. De publicatie ‘De urgente belofte van biobased bouwen’ brengt de belangrijkste opschalingskansen in kaart.

 

 
We moeten alles uit de kast halen voor een 100% circulaire bouweconomie in 2050. Dat zegt het Transitieteam Circulaire Bouweconomie (CBE). Volgens het model van het Planbureau voor de Leefomgeving gaat het om vier stappen: minder bouwen, minder materiaalgebruik, hoogwaardig hergebruik en inzet van biobased bouwmaterialen.

Inmiddels is duidelijk dat we met hoogwaardig hergebruik slechts in maximaal 20% van de benodigde materiaalbehoefte kunnen voorzien. Er bestaat een zogenaamde Circularity Gap van minstens 80% (EIB/Metabolic en ICLEI). Hier liggen dus kansen – of beter: urgentie – voor de inzet van biobased bouwmaterialen.

Bovendien liggen er mooie koppelkansen en combinatie van beleidsdoelen. Zoals CO2-reductie, CO2-opslag, lagere milieu-impact, lagere stikstofuitstoot, gezonder binnenmilieu, schonere bouwplaats, duurzaam bosbeheer, en – met name bij agroproducten die als bouwmateriaal kunnen worden ingezet – creëren van lokale productieketens en een nieuw businessmodel voor boeren.

Op dit moment is het aandeel van biobased materialen in de bouw in Nederland laag: 2% hout en 0,1% overige biobased materialen. Er komen wel steeds meer mooie voorbeelden van biobased materialen. Maar er is nog een flinke versnelling nodig om onze doelen te halen.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft voor het Transitieteam Circulaire Bouweconomie en in samenwerking met Rijkswaterstaat aan advies- en ingenieursbureau Arcadis opdracht gegeven om in beeld te brengen welke biobased bouwmaterialen de grootste opschalingskansen hebben, op de korte en lange termijn. (Het gaat dan om biobased bouwmaterialen voor de BenU en de GWW, met uitzondering van hout, omdat daar al veel informatie over beschikbaar is en een versnelling al plaatsvindt).

Arcadis identificeert de zes belangrijkste productgroepen. In de GWW-sector zijn bioasfalt, biobeton en biocomposiet belangrijke materiaalstromen. In de BenU-sector gaat het om biobased isolatiemateriaal, plaatmateriaal voor gevel en dak en constructiemateriaal.

Biobased bouwen biedt een oplossing voor de grondstoffenschaarste, leveringszekerheid en CO2-vastlegging. Ook biedt biobased soms meerwaarde op het gebied van gezondheid van zowel bewoners en gebruikers van biobased gebouwen als van bouwvakkers op de bouwplaats. En met biobased bouwen kan snel, flexibel, prefab en modulair worden gebouwd. Er zijn zelfs minder installaties nodig in biobased gebouwen, wat gunstig uitvalt voor een businesscase.

Arcadis geeft ook aan wat er zou moeten gebeuren om zo’n opschaling te realiseren. De focus ligt nog teveel op knelpunten en innovatie. Ook is de markt erg versnipperd. Terwijl de urgentie en potentie inmiddels zeer duidelijk zijn. Wat we nodig hebben, is op hoofdlijnen meer focus, een betere organisatiegraad van de sector, de overheid die barrières wegneemt, grote opdrachtgevers die een rol pakken als launching customer, prestatieafspraken tussen overheid en markt, minimum normen voor bijmenging en meer regie. En lef en daadkracht. In het rapport worden deze punten concreter uitgewerkt. Wie zet de eerste stappen? De recente aandacht en ontwikkelingen werken hopelijk als vliegwiel om de hele keten aan te zwengelen om van niche naar mainstream te komen voor duurzaam en toekomstbestendig bouwen.

 

EU-Fondsen benutten / Hybride Warmtepompen


De fondsen vanuit de Europese Unie bieden volop kansen voor corporaties om huurwoningen te verduurzamen. Het belangrijkste fonds is het Coronaherstelfonds waaruit Nederland mogelijk 5,6 miljard ontvangt. Lidstaten dienen hiervoor een herstelplan in. EU-fondsen legden de nadruk op innovatie maar nu lijkt er ruimte te komen voor renovatie. Robin van Leijen, namens Aedes lobbyist in Brussel is goed ingevoerd en deelt graag de mogelijkheden om EU-fondsen te benutten.

Ook minder ingrijpende maatregelen passen binnen de EU-programma’s zoals de toepassing van Hybride warmtepompen. Ludo Kobes, Patrimonium Groningen en Luuk Thijs, Nijestee delen de ervaring en meetresultaten van een hybride warmtepomp programma dat zij met de stad Groningen hebben opgezet en uitgevoerd.

Samenwerking tussen corporaties en haar installateurs is nodig om resultaten te behalen. Neem jouw eigen ketenpartner mee naar deze sessie en leer van de praktijk!

Gratis dankzij een bijdrage van Aedes, Groene Huisvesters en RVO.

 

Bewonerscommunicatie Duurzame Warmtebron

De Alliantie deelt haar communicatieprogramma om bewoners mee te nemen in het gebruik van nieuwe installaties, zoals warmtepompen. Welke afspraken zij hebben gemaakt met de leveranciers? Welke middelen en menskracht zet De Alliantie in om naast de bewoner te staan? Hoe zorgen zij voor interne scholing zodat collega’s bewoners instructie en hulp kunnen bieden? Hoe waardeert de bewoner de begeleiding en hulp? Christy van Heezik presenteert de ervaringen en aanpak van de Alliantie. Jurgen Klaassen gaat in op een voorbeeld met een WKO-installatie toegepast aan de Kopgrasweg te Amsterdam.

Marlon Mintjes, energiebespaarexpert van Milieu Centraal, gaat in op de vraag hoe de huurder te stimuleren zijn tot energiezuiniger gedrag. Welke tools zet Milieu Centraal in en welke rol kunnen corporaties op zich nemen.

Samenwerking tussen corporaties en huurdersorganisatie draagt eraan bij om goed te communiceren over duurzame warmtebronnen. Neem jouw eigen huurdersorganisatie mee naar deze sessie en leer van de praktijk!

Gratis dankzij een bijdrage van Aedes, Groene Huisvesters en RVO.

Groene Huisvesters positief kritisch over Energiemaatregelen Europese Commissie

Groene Huisvesters debatteerden over de Energiemaatregelen van de Europese Commissie tijdens een werkbezoek aan Brussel. De voorstellen van de Commissie richten zich op een herziening van de huidige Energie Efficiëntie Richtlijn, de Richtlijn Energieprestatie Gebouwen en de inrichting van de energiemarkten. De Europese Unie wil met dit pakket haar doelstelling bereiken om in 2040 40% minder CO2 uit te stoten en 30% meer energie te besparen. Het Energiepakket heeft gevolgen voor energiebesparing in huurwoningen en daarmee op corporaties en hun huurders. In de huidige Energie Efficiëntie Richtlijn is een besparing bij consumenten van 1,5% per jaar opgelegd in de periode 2014-2020. In principe lag deze opgave bij de energieleveranciers. Nederland koos ervoor om in het EnergieAkkoord en het Convenant Energiebesparing Huursector invulling te geven aan de energiebesparingsverplichting.

Bestrijden van armoede en beimg_6384taalbaarheid op de agenda

Het nieuwe pakket Energiemaatregelen biedt lidstaten opnieuw de ruimte om afspraken te maken hoe de besparingsverplichting wordt behaald. Het Nederlandse parlement legt  opnieuw geen verplichting op aan de energieleveranciers. Nederland blijft inzetten op realisatie van verplichte energiebesparing via het EnergieAkkoord. Groene Huisvesters roepen op om de rekening niet bij de huurder neer te leggen en Nederlandse corporaties voldoende investeringsruimte te bieden om stappen te kunnen maken. Bas Eickhout, Europarlementariër ziet in lichtpunten het nieuwe pakket Energiemaatregelen: ‘Het bestrijden van energie armoede en betaalbaarheid zijn nu expliciet opgenomen in het Europese beleid. Het Nederlandse parlement liet zich als enige kritisch uit over de Europese Energiemaatregelen en zet vooral in op een Nederlandse aanpak. Europa richt zich op de horizon 2030.’ Hij roept op het Europees beleid voor Energiemaatregelen als een kans te zien en als corporatie in te zetten op deze langere horizon.

Europese subsidies voor corporaties

img_6380De Europese Unie stelt subsidies en leningen beschikbaar voor Nederlandse corporaties. RVO.nl bemiddelt in het programma Horizon 2020 en corporaties kunnen gebruikmaken van regionale structuurfondsen. Tijdens de werksessie van Groene Huisvesters op 17 mei tussen 10-12 uur bij Aedes wisselen Groene Huisvesters de mogelijkheden voor EU subsidies uit. Bert Wijbenga, voorzitter van Groene Huisvesters benadrukt het belang hiervan:  ‘Naast meer uitwisselingen van goede voorbeelden binnen Europa, gaan we voor het verzilveren van Europese subsidies voor onze huurders’.

Meer informatie over het werkbezoek van Groene Huisvesters aan Brussel vind je op de website van  Aedes.

Groene Huisvesters op werkbezoek in Brussel

De bestuurders van Groene Huisvesters gaan op 28 februari en 1 maart op werkbezoek naar Brussel. img_3832De Europese Commissie presenteerde een groot pakket voorgestelde maatregelen op het gebied van energie, met onder meer voor woningcorporaties belangrijke wijzigingen van richtlijnen. Met deze maatregelen wil de Europese Unie haar doelstelling bereiken om in 2030 40 procent minder CO2 uit te stoten en 27 procent meer energie te besparen. Op 28 februari en 1 maart gaan de bestuurders van woningcorporaties aangesloten bij de Groene Huisvesters, Woonbond, ministerie van BZK en Aedes in Brussel gesprekken voeren over de plannen. Dit onder de bezielende begeleiding van Sebastien Garnier, Lobbyist Europa/ public affairs bij Aedes.